Armenhuizen in het Victoriaanse Engeland
Het Victoriaanse tijdperk van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland is vernoemd naar koningin Victoria die het imperium van 1837 tot 1901 regeerde. Tijdens haar bewind kende Groot-Brittannië een tijd van voorspoed die onder meer te danken was aan de overzeese gebieden van het Britse rijk en de industriële ontwikkelingen in Groot-Brittannië. Koningin Victoria was trouwens vanaf 1877 ook keizerin van India.
Het leven tijdens het Victoriaanse tijdperk
Door tal van televisieseries en films hebben veel mensen een geromantiseerde voorstelling van het Victoriaanse tijdperk maar dat beeld klopt niet helemaal. Het was inderdaad zo dat het leven van diegenen die behoorden tot de middenklasse erop vooruitging en ook de hogere klassen kenden een glorietijd tijdens het Victoriaanse tijdperk. Zij bezaten titels, rijkdom en macht. Maar voor degenen die tot de lagere klassen behoorden was het leven bikkelhard.
De industriële revolutie
Een van de oorzaken van de armoede van de laagste klassen was de industriële revolutie die in het midden van de 18de eeuw plaatsvond in Engeland. De industrialisatie zorgde ervoor dat arbeidsprocessen grote veranderingen ondergingen zodat massaproductie van goederen, voedsel, apparaten en vervoermiddelen mogelijk werd.
In het jaar 1862 zou de Belg Etienne Lenoir de eerste auto met verbrandingsmotor uitvinden. Helemaal niet te vergelijken met de auto’s die we nu kennen en ook de inrichting van dit prototype liet nog veel te wensen over. Wie had zich toen ooit kunnen voorstellen dat bestelwagens over speciale laadruimtes met extra beschermende binnenbekleding zouden beschikken? Wie had toen ooit gedacht dat dakplatformen extra laadruimte op het dak van bestelwagens zouden creëren? Dankzij het bedrijf Work System zijn vandaag de dag al deze maatoplossingen voor uw bedrijfswagen mogelijk. Bezoek gerust eens de website van het bedrijf als u hierover meer wilt weten.
Het leven in de werkhuizen
Tijdens de industriële revolutie trokken heel wat mensen weg van het platteland. Ze vestigden zich massaal in de grootsteden waar ze hoopten werk te vinden. Helaas… velen vonden geen werk en armoede was er troef.
Zowel volwassenen als kinderen gingen vaak in werkhuizen, de zogenaamde work houses, aan de slag. Deze werkhuizen werden beheerd door de overheid en boden mensen die niet in staat waren om in hun eigen onderhoud te voorzien onderdak, eten en werk.
Een mooi initiatief, ware het niet dat deze Victoriaanse werkhuizen door de nieuwe armenwetten omgevormd werden tot gevangenissen waarin de meest kwetsbaren van de samenleving werden opgesloten. De werk- en leefomstandigheden waren er verschrikkelijk. De ‘bewoners’ werkten lange dagen. Mishandelingen, ondervoeding en verwaarlozing waren er schering en inslag en kinderarbeid werd als een normale zaak beschouwd.